Ultieme modificatie Thorens TD 160 draaitafel door Henk Schenk

- Afregeling lagering TP16

De lagers van de arm dienen spelingsvrij te zijn voor een goede
stabilisatie van het element, maar ook wrijvingsloos om het element moeiteloos de groef te laten volgen. De Zwitserse precisielagers van de Thorens zijn instelbaar maar het horizontale lager vergt daartoe een speciaal instrument. Met enig kunst en vliegwerk kan deze schroef, zie markering A, ook zonder speciaal gereedschap worden ingesteld.

Het verticale lager B kan met een kleine schroevendraaier worden ingesteld. Met instelknop C (verborgen onder A) wordt de naaldkracht ingesteld met veerkracht en D stelt de dwarsdruk compensatie in met magnetische kracht.

Dit laatste garandeert de afwezigheid van wrijving in de antiskating inrichting. Met instelling E wordt het contragewicht zodanig geplaatst dat de arm met element in balans boven de plaat zweeft. Statische balans is het gevolg.

- Afregeling afspeelhoek TP16

De VTA (vertical tracking angle, afspeelhoek) kan worden gevarieerd na de kolom in de voet van de arm te lossen met twee imbusboutjes. Hierna kan de kolomhoogte, en daarmee de hoogte van het lagerpunt worden aangepast. De lagering van de arm dient op een hoogte te worden ingesteld waarbij de armbuis tussen de lagering en de toonkop parallel aan de plaat loopt tijdens het afspelen.

Helaas kan de armkolom niet ver genoeg naar beneden worden ingesteld. Een onvergefelijke ontwerpfout van Thorens, zeker bezien in het licht van het gekozen standaard element, een F15 variant van Ortofon. Omdat dit element vrij laag is opgebouwd, zal de armkolom erg laag moeten worden ingesteld, ver buiten het beschikbare instelbereik.

Om toch een juiste instelling te krijgen kan een opvulplaat tussen de toonkop en het element worden geplaatst, waarmee de armhoogte bij het element toeneemt. Zie A op de foto linksboven.

Het gebruikte element hier is de SL15 Q, ook van Ortofon, dat hoger is van bouw dan de F15. Desondanks is deze hoogte niet toereikend en dus is een vulplaat van harde kunststof toegepast. De dikte van de mat is ook van invloed op de afspeelhoek van het element.

- Armkop

De basis voor het element dient licht en stevig te zijn, en het element zal stevig tegen de kop gemonteerd moeten worden. Dit is een voorwaarde om het bedoelde resultaat te krijgen; "langzame bewegingen van het element toestaan om de groef te kunnen volgen (rekening houdend met plaathobbels en excentriciteit als onvermijdelijke onvolkomenheden) en andere bewegingen niet toestaan".

Het element mag niet bewegen ten opzicht van de armkop (toonkop genoemd in het verleden) en dient dus stevig verbonden te worden met deze kop. De armkop dient zelf stevig te worden gekoppeld aan de armbuis, zal niet mogen resoneren of rammelen en de armbuis dient niet te buigen of te torderen.
Door de vingerlift van de kop te verwijderen wordt verder gewicht bespaard en worden eventuele resonanties in dit stalen plaatje vermeden.

De montage van het element aan de armkop verloopt via kleine boutjes die een glijdende brug worden gedraaid. Die brug bevat daartoe getapte gaatjes. Om niet teveel gewicht toe te voegen is de brug van lichtmetaal uitgevoerd en erg dun. De schroefdraad in de dunne brug is fragiel en de boutjes kunnen niet te stevig worden vastgedraaid. Om gewicht te besparen en een steviger montage mogelijk te maken kan de brug, met afdekplaatje achterwege worden gehouden en boutjes met moertjes ter vervanging worden gebruikt.

In deze laatste foto is het zilverkleurige afdekplaatje bovenop de kop verdwenen, samen met de daaronder verscholen glijdende brug. De boutkopjes zijn zichtbaar in de vrij gekomen ruimte. Met de boutjes is het element gemonteerd. Voor het toegepaste MC element is gekozen voor dikkere, niet magnetische boutjes, want nu is een vrije keus voor het type boutje mogelijk. Zie A op de foto. Op positie B ontbreekt de vingerlift.

De armkop wordt met een wartel gemonteerd op de arm. Die wartel grijpt aan op het uiteinde van de arm waarin de contacten van de element signaal draden zijn opgenomen.

Dit uiteinde is op de armbuis geschoven en gefixeerd met een spie. Deze constructie is (wellicht door de tand des tijds) niet stevig en ondermijnt de sterkte van de arm in zijn geheel. De spie is zichtbaar in de foto op positie C en positie D markeert de rand tussen het uiteinde en de armbuis. Spie C dient zo diep mogelijk in de buis te worden gedrukt om een goede verbinding te krijgen en tussen de twee aluminium buisjes kan op positie D lijm worden aangebracht. Seconde lijm kruipt tussen de buiswanden en verstevigd de verbinding door verharding.

Aandrijving van het plateau

Het draaiplateau van Thorens wordt aangedreven door een snaar rond het subplateau. Deze snaar is van rubber en flexibel genoeg om alle mechanische energie afkomstig van de aandrijfmotor te absorberen. Om twee draaisnelheden te kunnen kiezen wordt, met behulp van een vork, de snaar tussen twee poeliediameters op de motoras gewisseld. Die twee poelies liggen naast elkaar en hebben verschillende diameters, zodoende ontstaan twee verschillende draaisnelheden.

Omdat als aandrijfmotor het synchroon type is gekozen door Thorens wordt de motor onmiddellijk op nominaal toerental gestart. Het zware plateau heeft echter door de massatraagheid ervan enige tijd nodig om door het smalle snaartje op snelheid gebracht te worden. Zolang het plateau niet op volle snelheid draait vindt slip plaats en wordt de snaar uitgerekt. De snaar verouderd en vervanging zal uiteindelijk gewenst zijn.

- Snaaraandrijving

De slip van de snaar is soms zichtbaar door schokkende bewegingen in het verend opgehangen subchassis, het plateau en de arm. De snaar slipt dan schoksgewijs op de poelie. Om dit te vermijden heeft Thorens in latere versies van hun producten een slipkoppeling aangebracht tussen de motoras en de poelie. Hiermee wordt een veel geleidelijker starten van het plateau gerealiseerd.

De originele snaar van Thorens is slechts 4 mm breed, is 0.5 mm dik en heeft een diagonaal van ca. 170 mm. Goed verkrijgbare vervangingssnaren zijn breder en zijn daardoor wat stugger. Dit heeft effect voor het wisselen van toerental en de afstelling van de vering omdat het plateau wat sterker naar de motor wordt getrokken door de snaar.

Bij het wisselen van snelheden zal de stuggere snaar moeilijker verschuiven naar de poelie met de grotere diameter. Ook past deze bredere snaar niet goed tussen de tanden van de vork waarmee de snaar op de poelie wordt geforceerd.

De snaar zal gaan aanlopen op de tanden van de vork en dat geeft geritsel en een onrustige schommeling in het verende subplateau.
Door de snaar een draai te geven worden deze effecten vermeden en kan de iets bredere vervangende snaar worden gebruikt zonder problemen met de wisseling van het toerental te bewerkstelligen.

De tanden van de bedieningsvork kunnen worden bijgebogen en afgevijld om een optimale gangwissel te verzekeren. Dit vergt een vrij delicate instelling.
> > >

eXTReMe Tracker